U wenst een afspraak te maken voor een raadpleging ?

Maak een afspraak

De multidisciplinaire centra

Kliniek voor immunoallergologie

Voorstelling

Volgens de WGO staan allergieën wereldwijd op de vierde plaats van chronische aandoeningen. 

Of het nu luchtwegen-, medicamenteuze, huid- of voedselallergieën zijn, ze komen heel vaak voor en blijven toenemen. 

Daarom heeft het Delta-Ziekenhuis beslist om een multidisciplinaire kliniek voor immuno-allergologie op te starten, in samenwerking met de andere sites van Chirec.

Multidisciplinariteit is een belangrijke troef want deze aanpak ziet de patiënt als een geheel, welke ook de aangetaste organen zijn, zowel bij de volwassene als bij het kind.

Onze dokters en paramedici

Wat doen we?

We voeren verschillende types van onderzoeken uit naar allergische ziektes:

  • Respiratoire allergologie
  • Voedselallergologie en de aanpak ervan
  • Voedselintoleranties: lactose, coeliakie en nietcoeliakie overgevoeligheid voor gluten, FODMAPintolerantie
  • Gewone en compliceerde rhinosinusitis
  • Huidallergologie: contact- en huidallergieën
  • Hymenoptera-gif (bij, wesp, horzel, ...)

We gaan op zoek naar allergieën bij astma, rhinitis, conjunctivitis en bij voedsel-, medicamenteuze en huid- (contact) allergieën door:

  • Allergologische huidtests
  • Intradermale reactie (geneesmiddelen, gif van bijen, wespen, horzels, ...)
  • Patch-tests
  • Orale en subcutane provocatietests (voedsel en medicamenteus)
  • Conjunctivale, nasale en niet-specifieke bronchiën provocatietest
  • Oesofageale biopsie (zoektocht naar esinofiele oesofagitis)
  • Speciale biologische test (immuno-CAP, CAPISAAC, baso-test)

Therapeutische aanpak

  • Uitsluiting
  • Symptomatische behandeling
  • Curatieve behandeling door immunotherapie gericht op precieze allergenen (subcutane orale desensibilisatie)
  • Behandeling van ernstig astma door biotherapieën in te zetten
  • Behandeling van chronische urticaria, angiooedeem met gebruik van nieuwe moleculen
  • Behandeling van ernstige en chronische vormen van sinusitis, al dan niet in verband met een gediagnosticeerd dyndroom
  • Behandeling van atopisch eczeem door nieuwe moleculen in te zetten
  • Aanpak van auto-immune en immunodeficiënte aandoeningen (biotherapie, gama-globuline, ...)
  • Therapietrouw, evaluatie van het gebruik, eventuele nevenwerkingen en het comfort van medicamenteuze behandelingen

Immuno-allergische tests in drie fases

1. Tijdens een eerste consultatie stellen we een gedetailleerde anamnese op. In bepaalde gevallen voeren we allergische huidtests uit, gevolgd door een longfunctiemeting en bloedtests. 

We stellen een eerste behandeling voor en plannen soms aanvullende onderzoeken in (NKO, medische beeldvorming, digestieve endoscopie en meer uitgebreide allergietests).

2. Tijdens de tweede consultatie bundelen we alle informatie en passen we de behandeling aan in een multidisciplinair perspectief.

3. Tijdens de derde consultatie controleren we de efficiëntie van de behandeling en houden we rekening met eventuele bijwerkingen. Daarna worden de chronische (farmacologische en biologische) behandelingen verdergezet, net als de maatregelen voor uitsluiting van bepaalde allergenen.

In samenwerking met de specialist en/of huisarts wordt de therapietrouw van de behandeling verder opgevolgd.

 

Uitgebreide allergietests

1. Huidtests voor inheemse voedingsmiddelen

2. Opnieuw starten met inname van voedsel (ook wel provocatietest genoemd*)

3. Intradermale allergietest voor geneesmiddelen*

4. Opnieuw starten met medicatie (oraal of met een injectie) (ook wel provocatietest genoemd*)

5. Intradermale allergietest voor gif van hymenoptera (bij, wasp)

6. Niet-specifieke bronchiale provocatietest (histamine of inspanning)

7. Specifieke biologische tests (immuno-CAP, CAP-ISAAC, baso-test)

* daghospitalisatie

 

Therapeutische benaderingen

1. Uitsluiting (= de oorza(a)k(en) wegnemen, bijvoorbeeld voedsel), met een interventie door een diëtist(e)

2. Therapietrouw (= het goed gebruik controleren) van de behandeling, met tussenkomst van een gespecialiseerd verpleegkundige

3. Evaluatie van het nut, eventuele bijwerkingen en het comfort van de medicamenteuze behandelingen

4. In bepaalde gevallen een specifieke orale of subcutane immunotherapie (= desensibilisatie) overwegen

5. In bepaalde situaties nieuwe biotherapieën overwegen.